Hout

 

Het hout waar deelnemers hun keus uit kunnen maken komt vrijwel altijd uit ons eigen land.

De stammen zijn vaak afkomstig van de jaarlijkse rondhoutveiling bij Arnhem, waar gemeenten, bosbeheerders of particulieren hun stammen te koop aanbieden. Maar het gebeurt ook dat zagerijen waar ik contact mee heb, me attenderen op interessante stammen die ze hebben ingekocht. Ofwel, dat er een mooie boom in mijn omgeving gekapt moet worden.

Het aardige is dat hierdoor van het meeste hout de groeiplaats bij mij bekend is.

Als ik stammen heb ingekocht laat ik die zo spoedig mogelijk bij een zagerij tot planken van uiteenlopende dikte zagen. Vervolgens stapel ik de planken met latten ertussen op onder overkappingen. Zo droogt het hout vanzelf door de elementen, totdat het zogeheten winddroog is.

Wat het sortiment betreft experimenteer ik graag. Door mijn hoveniersachtergrond herken ik elke stam en laat ik nogal eens bomen zagen die nou niet direct bekend staan om hun goede houteigenschappen. Een belangrijke vereiste is natuurlijk de stabiliteit van een houtsoort; als een plank zich niet weet te gedragen valt hij af.

Op deze manier bevat de voorraad naast gangbare soorten onder andere Himalayaceder, dwergcipres, elzen, populier, wilg, watercipres, Japanse honingboom, mammoetboom (reuzensequoia), slangenden.

Daarnaast  zijn er houtsoorten die opeens wonderschoon kunnen worden onder bepaalde omstandigheden. Bijvoorbeeld door kortdurende vochtinwerking na de kap of door tijdens de groei ontstane “ongerechtigheden”.

Kortom: ons land herbergt een schat aan prachtig hout, er is meer dan genoeg, maar je moet het wel herkennen en er wat moeite voor willen doen want een plank is niet direct klaar voor gebruik. Gemiddeld wordt per 2,5 centimeter plankdikte een droogtijd van een jaar gerekend. Op een tafelpoot zou je een paar jaar moeten wachten. Ik kijk dus altijd een paar jaar vooruit; op het moment dat ik laat zagen, weet ik nog niet wat er van gemaakt gaat worden. Daardoor is er altijd voldoende keus in droog hout.

 

 

Gereedschap.

 

In de handwerkruimte staan zes werkbanken in verschillende hoogten. Daaraan is het comfortabel werken. Vervolgens staan er heel veel verschillende gereedschappen en handmachines tot je beschikking.

Ook op dit gebied kun je je eigen voorkeuren gaan ontdekken. Ik reik de verschillende mogelijkheden aan, laat zien hoe je er mee werken kunt en door het doen merk je vanzelf waar je de meeste affiniteit mee hebt.

Je hoeft je vooraf geen vaardigheden eigen te maken; je wordt in de praktijk vanzelf handiger met de gereedschappen en de technieken die je gebruikt. Als er veel van het welslagen van een handeling afhangt, oefen je eerst wat op "proefhoutjes".